campingpoëzie


Tijdens ieder kampeerweekend van Camping Onbestemd is Tim Pardijs aanwezig. Tim Pardijs was dichter van het Jaar van de Ruimte, stadsdichter van Zutphen, maar is ook de huis, nee, tentdichter van Camping Onbestemd. Na ieder weekend schrijft Tim een gedicht over de plek waar we waren en zet hij onze gasten aan het dichten. Op deze pagina kun je een aantal van zijn prachtige gedichten nalezen.


NU GA IK TOCH WEER ROMMELIG PRATEN MAAR HET KOMT GOED

 

Mijn naam is Tim Pardijs en ik heb van mijn achternaam 

mijn beroep gemaakt:

 

je kunt gratis eten halen 

en je verhaal achterlaten, als je iets steelt

krijg je hulp in plaats van straf, er hangt goud

in de bomen en als je meer dan 87 gram plukt

moet je een percentage afstaan aan mensen

die hier niet wonen, dat is hun 

recht, dat maakt de wedstrijd eerlijker.

 

Ik win liever dan dat ik iets krijg maar

dit is een wedstrijd die ik niet wil winnen.

Dus loop ik gaten dicht. Tussen dure

en goedkope worteltjes, tussen brood

en beleg, tussen kantoor

en buiten, tussen jou en mij;

 

mijn hart kan kloppen in 

jouw lichaam, een gat is geen leegte, 

het is een bron.



sneldicht Camping Onbestemd – Delfshaven, 11 september 2020


DE SLOOT IS NOOIT BREDER DAN DE STOK LANG IS

 

Honden dragen reddingsvesten, koeien zwemvliezen, mensen paraplu's

en lange stokken als ze het land in lopen. Ze bouwen dijken zo hoog dat

boten door de lucht vliegen, vliegtuigen kunnen taxiën naar de grens

 

van ons verstand, de grens van natuurwetten: ze laten water omhoog

stromen, ze worden wolf als er teveel dieren zijn, rivier als er te weinig

klei is, mol om via nieuwe gangen water te brengen onder de grond,

met klei boetseren ze steeds opnieuw

 

zichzelf in nieuwe vormen, dat vraagt de bodem van ze. Dat weet ook

de polsstokverspringer als hij zijn hout de sloot in drijft. Hij ziet dan

geen afstand, maar alleen

 

overkant. De overkant van een oceaan, de overkant van generaties,

de overkant van de mens, en hij springt heen en weer, zijn stok

de wijzer van de klok, telkens terug naar vijf voor twaalf.

 

© Tim Pardijs

 

Sneldicht Camping Onbestemd: bodemdaling – Kamerik, 6 en 7 juli 2018


 

  ALS JE ME NODIG HEBT, STAMP MAAR OP DE GROND

 

Ik ben diep zwart en ik glans. Vroeger kon je mij hier 

van de grond rapen, maar nu ben ik verborgen achter

 

proppen tranen en papier, begraven onder lagen bittere

besluiten. Ik ben het dieptepunt, het nulland, alle tekens 

 

hebben hier hun eigen maten, hun eigen taal onder NAP.

Bovengronds ben ik zichtbaar in ruwe huid en in blauwe

 

littekens die nooit meer weggaan, in een microfoon in een 

hand die trilt, omdat ik eraan trek. Je voelt me in je benen

 

als je een heuvel oprijdt, als je stapt op de vierde, de vijfde, 

de vijfhonderdachtste trede op de weg naar het uitzicht over bomen.

 

Je dacht dat je takken beter kon gebruiken dan wortels,

dat je geen diepgang meer nodig had, maar ik ben de brandstof

 

die harten kan ontdooien, die oude koempels nieuwe energie,

en het meisje in de speeltuin moed geeft om te klimmen in een

 

boom die heen en weer zwiept onder haar gewicht.

Op één plek kan je me bijna aanraken: fiets een heuvel op,

 

graaf (al het materiaal ligt hier nog) een nieuwe mijnschacht, 

zie de wereld aan je voegen liggen.

  

© Tim Pardijs,

sneldicht bij Camping Onbestemd – parkstad Limburg, 11 en 12 juli 2015

 

 


DINGEN DIE WE ANDERS ZOUDEN DOEN

 

’s Ochtends de deur uitgaan. 

’s Ochtends de deur uitgaan is genoeg, 

zo een pad maken waar geen pad is, 

een dam bouwen waar geen grond is

om te varen waar geen water is. 

 

Niemand kan ons de weg wijzen

omdat de weg in onszelf is, zoals de handen

van de gordijnenmaker, de slager en de boer

zichzelf uit het juiste hout sneden, 

zij weten ook dat in een optocht waar niemand

voorbij komt, de toeschouwers de attractie zijn.

 

Gewoon ’s ochtends de deur uitgaan en

niet bang zijn om steeds gebeld te worden, 

om als een pop in een optocht terecht te komen,

maar de sleutel aannemen,

 

zodat de zoon van de overleden vergaderboer

weer bij zijn vader aan de keukentafel kan schuiven, 

zodat we in de schuur de strop van de balk 

kunnen halen, de knoop kunnen ontwarren

om er een lijn van te maken 

die de stuurlui aan de wal en 

de varenden op de zompen met elkaar verbindt.

 

 

Tim Pardijs,

sneldicht bij Camping Onbestemd – Reggedal, 17 en 18 september 2016

 

 


DIT BORD IS MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR UW EIGEN ONRUST

 

U bevindt zich op de laatste plek waar het gras nog wordt gemaaid.

 

Dit gebied is vorig jaar aangelegd en wordt nog verder ingericht. 

 

U kunt al wel gebruik maken van uw creativiteit. Extra voorzieningen worden nog gerealiseerd. 

 

U kunt hier wonen in bloemen, slapen in weggespoelde huizen, fietsen door afgebroken dorpen, leven tot er een graf beschikbaar is. Aan het einde is een belevingsplek met uitzicht over de leegte (dit is niet verzonnen, het staat op een bord). 

 

Het is niet nodig uw eigendommen na vertrek mee te nemen. Er is hier plek zat. 

 

Waarschuwing: het kan voorkomen dat de aarde trilt. Dat is de onzichtbare ruimte die zich herschikt.

 

Pas op voor de woorden oud, nieuw, succes en mislukking. Ze kunnen hier nieuwe betekenissen krijgen. Als u terugkeert, zult u moeten wennen. 

 

De resultaten worden dit jaar nog niet officieel gecontroleerd. 

 

U verblijft hier op eigen risico.

  

© Tim Pardijs,

sneldicht bij Camping Onbestemd – Blauwestad, 11 en 12 juli 2015

 

 


WANNEER

 

je wethouder spreekt van een historische kans

je foto’s maakt van een gestrand schip op een bouwplaats

je zonder rails aankomt onder een stationsdak

je met de buren een heg plant

je buurjongen zich een park toe-eigent met graffiti

je buiten adem raakt van het rennen naast je dochter op de fiets

je zoon speelt op een voormalige stortplaats

je meer vogels dan spinnen ziet

je vanuit de zolderkamer tegen volle boomtoppen aankijkt

je de andere kant op stuurt voor wortels die door het fietspad breken

je je eigen weg door een grasveld slijt

 

je vanuit de zolderkamer tegen kale takken aankijkt

je buren vragen of je de heg wil snoeien

je het zadel van de fiets van de dochter kan loslaten

 

wanneer je een plek ziet om verder te gaan

 

© Tim Pardijs,

sneldicht bij Camping Onbestemd – Leidsche Rijn, 6 en 7 juni 2015

 

 


METAMORFOSE

 

Dode vogels op de weg, wind giert door de antenne op het dak

de autoradio verliest ontvangst, het navigatiesysteem de weg 

Maar er is een gids. Hij zegt: Er zijn hier twee manieren 

om te zoeken. Lopen naar het grote, kruipen tussen het kleine

Als je wat vindt, bewaar het, ik heb al teveel weggegooid.

Hij belooft dat we zullen vinden, en dat doen we

 

Met wind en vliegers rekken we onze lijven uit tot

er duinen in onze oren passen. We zijn blauwe en grijze 

Tetris-spelers die elkaar over het water aanstaren; hij die 

het eerst wegkijkt moet met een theelepel land op het water

veroveren (het verontwaardigde bulderen van de golven is 

van veraf een vriendelijk geruis en trouwens: na een nacht 

slapen op het strand hoor je dat niet eens meer)

We noemen de zee daar haven en gaan in eierdozen uit varen

maken teveel foto’s voor thuis

 

Heel klein was het gebaar maar, gemaakt uit gewoonte

Iemand zwaaide naar een glazen hokje en toen daar iemand 

terugzwaaide, voelden we ons 

van duin tot korrel 

verschrompelen

 

© Tim Pardijs,

 sneldicht bij Camping Onbestemd – Maasvlakte 2, 13 en 14 juni 2015